“Dankzij het werken met het Culturele Doelgroepenmodel hadden we bij het Rotterdams Philhamonisch Orkest al een goed beeld van welke Culturele Doelgroepen regelmatig in de zaal zitten. Daarnaast wisten we ook in welke doelgroepen potentie zit. Die groepen wilden we nog veel beter leren kennen”, vertelt Hiemke van den Boer, hoofd Marketing & Sales van het orkest. Ze schakelde de hulp in van Pim Halkes, Senior Consultant bij en eigenaar van Frisse Duik.
Het Rotterdams Philharmonisch Orkest werkte met twee segmentatiemodellen; het Culturele Doelgroepenmodel voor analyse en verantwoording en een eigen model dat aanvullende inzichten bood om campagnes te voeren. “Dat was niet handig”, geeft Hiemke aan. “We hadden daarom behoefte aan het verrijken van de Culturele Doelgroepen, met informatie specifiek voor onze instelling. We wilden vooral meer weten over de drie doelgroepen die waarschijnlijk ook interesse hebben in ons orkest. Hoe kunnen we die bereiken, waarmee kunnen we deze groepen verleiden, wat zou ze juist afschrikken? Ik heb Rotterdam Festivals gevraagd met ons mee te denken. Dit hebben ze gedaan en ze brachten ons in contact met Pim. Zijn bureau is gespecialiseerd in doelgroepstrategie en doelgroepproposities.”
Meer kennis vergaren
De Klassieke Cultuurliefhebbers en Weelderige Cultuurminnaars zitten regelmatig in de zaal. Samen met Frisse Duik heeft het orkest gekeken naar de potentie van de Proevende Buitenwijkers, de Kindrijke Cultuurvreters en de Culturele Alleseters. Hiemke: “Behalve redenen om wel of niet naar een concert te gaan, is ook naar andere factoren gekeken. Bijvoorbeeld wanneer ze een ticket boeken of wat een keuze makkelijker kan maken.” Het Culturele Doelgroepenmodel geeft inzicht in de verschillende segmenten. “Die informatie is waardevol en uitgebreid, maar als je wilt meer wilt weten over de doelgroep t.o.v. jouw organisatie en aanbod moet je je verdiepen.”, vervolgt Pim. “Het orkest wilde graag meer kennis vergaren over de eigen bezoekers en de belangstelling voor hun specifieke aanbod. Daarmee kun je inspelen op kansrijke drijfveren voor vrijetijdsbesteding. Het gaat dan om dieperliggende, emotionele beweegredenen. Daarnaast wilden we inzichtelijk maken hoe het orkest zich verhoudt tot alternatieve vormen van vrijetijdsbesteding. Dan kan het dus ook gaan om een middagje dierentuin.”
Frisse Duik maakt gebruik van een mix van interviews en sessies met zowel bezoekers als niet-bezoekers. Voorafgaand daaraan ontvangen mogelijke deelnemers een enquête. Pim: “Dat helpt bij het samenstellen van de juiste mix. Voor deze sessies hebben we mensen uitgenodigd in De Doelen, waar we ze het hemd van het lijf hebben gevraagd over hun vrijetijdsbesteding. Om te beginnen over hun gedrag; wat ze doen, welke instellingen ze recent hebben bezocht, e.d. Maar we hebben ook verder doorgevraagd; op welk moment besloot je te gaan, met wie, hoe voelde je je die dag, et cetera. Door zo concreet mogelijke vragen te stellen, proberen we inzichtelijk te krijgen hoe processen verlopen.” Aansluitend volgde een ‘oriëntatie-simulatie’. “We vroegen deelnemers op de website een concert uit te kiezen en bespraken uitgebreid waar ze op hebben gelet en wat de doorslag gaf bij het maken van hun keuze.”
Orkest in actie
Frisse Duik heeft de interviews geanalyseerd en de resultaten gepresenteerd aan marketeers, programmeurs en directie. “Daarnaast gaven we adviezen om die nieuwe doelgroepen te bereiken. Dan moet je vaak toch net iets anders aanbieden, of op zijn minst anders verpakken. Ook op communicatievlak zijn aanpassingen nodig. We gaven tips over bijvoorbeeld het targetten van campagnes, beloftes die beter werken en wat je wel of juist niet in de schijnwerpers zou moeten zetten.” Een opvallende uitkomst van het onderzoek was dat een aantal doelgroepen meer interesse hebben in een orkest in actie dan in het horen van de muziek. Pim: “Daar kun je iets mee in je boodschap. Orkestleden vinden het vanzelfsprekend wat ze doen, maar voor het publiek is het bijzonder. Dat verhaal mag je blijven vertellen.”